Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van Gad zeide hij: [62]Gezegend zij, [63]die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een [64]oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel. 62. Dat is, geloofd, geprezen; zie Gen.14:20. 63. Namelijk God, die den Gadieten, toen zij mede van de Ammonieten benauwd waren, ruimte gaf door Jeftha den Gileadiet. Zie Richt.11:, en vergelijk Gen.49:19; Ps.4:2, enz. 64. Moedig en onversaagd uit zijn leger, als een leeuw, hervoor tredende, om zijn vijanden onder te brengen. Zie de vervulling 1 Kron.5:19,20,21,22. en verscheurt den arm, ja ook den schedel.